LOCC-KCR2 staat fysiek en organisatorisch in de steigers
LOCC-KCR2 staat fysiek en organisatorisch in de steigers
LOCC-KCR2 staat fysiek en organisatorisch in de steigers
LOCC-KCR2 staat fysiek en organisatorisch in de steigers
LOCC-KCR2 heeft, onder leiding van Luc Dietz, een behoorlijke transitie doorgemaakt. Nu de kwartiermakersfase voorbij is, draagt Luc het stokje over aan zijn opvolger Sabine Veenstra. Samen blikken we terug. Wat heeft hij de afgelopen jaren samen met zijn team opgebouwd? En welke meerwaarde heeft het LOCC-KCR2 te bieden?
Het is alweer 3 jaar geleden dat Luc Dietz aantrad als hoofd van het LOCC en kwartiermaker van KCR2. Hij vertelt dat hij vooraf niet zeker wist of hij dit werk wel leuk zou vinden. “Voordat ik hier begon, werkte ik bij de veiligheidsregio Amsterdam – Amstelland. Ik was onder andere regionaal operationeel leider voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. In die rol kreeg ik het gevoel dat de beleidsmakers in Den Haag tot weinig in staat waren.”
Nu kijkt hij daar heel anders tegenaan. “LOCC-KCR2 zit midden in het samenspel tussen het Rijk en de regio’s. Ik heb aan beide kanten met enorm betrokken professionals samengewerkt die gedreven zijn om het stelsel van de Nederlandse crisisbeheersing te versterken. Daar bovenop komt natuurlijk de energie en het enthousiasme van mijn eigen team. Alles bij elkaar kijk ik met veel plezier op deze periode terug.”
Er zijn meer crisisprofessionals die geen hoge pet op hebben van de beleidsmakers in Den Haag. Waar komt dat negatieve imago vandaan?
“Veel ministeries staan van oudsher ver van de veiligheidsregio’s af. Tijdens de coronacrisis en de crisis met de Oekraïense vluchtelingen moesten zij plotseling intensief met elkaar samenwerken. Je zag dat zij niet goed wisten hoe zij zich tot elkaar moesten verhouden.
Ze spraken elkaars taal niet. Die samenwerking is de afgelopen jaren echt verbeterd. Ik heb bovendien gemerkt dat er een enorme bak aan kennis aanwezig is op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ook heb ik intensief met de crisisprofessionals van de NCTV samengewerkt die door de wol geverfd zijn.”
LOCC-KCR2 heeft onder jouw leiding een transitie doorgemaakt. Belangrijke kernwaarden in jouw aanpak zijn: relevantie en roze koeken. Kun je uitleggen wat je daarmee bedoelt?
“Toen ik hier begon, trof ik een verweest team aan. Je hoort bij het ministerie, alleen het LOCC zit op 60 kilometer van Den Haag en die afstand was voelbaar. Ook was er afstand met de veiligheidsregio’s; er was onvoldoende echte verbinding. Bovendien had het LOCC bij de grote crises de jaren ervoor grotendeels niet de leidende rol kunnen pakken.
Na mijn aantreden heb ik eerst samen met het team gekeken wat onze relevantie is. Dus: op welke manier kunnen we meerwaarde bieden ook in het licht van de ambitie van KCR2? We hebben ingezet op het versterken van ons landelijk operationeel beeld en het versterken van de verbinding met en tussen alle veiligheidsregio’s. Dus relaties aanhalen, naar voren stappen en actief aan de slag gaan met alle kennis en contacten die we hadden. Dat wierp vrij snel zijn vruchten af. De telefoon ging vaker, we werden meer gevraagd om over de organisatie te komen vertellen en het aantal sollicitanten op vacatures ging omhoog. Voor mij is dat samen te vatten in een woord: ondernemerschap. Meerwaarde bieden en een grotere vraag naar de organisatie realiseren.”
En die roze koeken?
“LOCC-KCR2 is een relatief kleine organisatie met heel diverse culturen in transitie. Als je met zo’n organisatie een stap naar voren zet, kun je gemakkelijk uit de bocht vliegen. Daarom is een veilige werkomgeving extra belangrijk. We zijn daar gesprekken over gaan voeren onder begeleiding van een ervaren teamcoach. Stap voor stap ontstond de gemeenschappelijkheid. Ik heb tegen het team gezegd: pak je rol en weet dat ik altijd achter je sta, ook als er iets misgaat. In het creëren van een veilige werkomgeving helpt het enorm als je lol met elkaar hebt. Werkplezier is de belangrijkste energiebron, zeker in een transitie. Dus we zijn alle kleine overwinningen en mooie gebeurtenissen gaan vieren met roze koeken.”
Wat hebben jullie de afgelopen 3 jaar opgebouwd?
“We hebben in de eerste plaats geïnvesteerd in het domein informatie en analyse. De veiligheidsregio’s zijn de afgelopen jaren regelmatig in leerarena’s samengekomen en samen zijn we veel gaan pionieren. In het begin nog wat los van elkaar en nu eigenlijk altijd samen. De regio’s werkten aan hun Veiligheidsregio Informatie Knooppunten (VIK’s). Wij werkten aan KCR2: het streven naar een informatiegestuurde manier van werken waarbij de informatie uit de regio’s en uit het Rijk in één systeem samenkomen. Je zag dat ook mooi samenkomen bij Sail deze zomer in Amsterdam. De regio heeft daar met omliggende regio’s een mooie showcase neergezet.
In de koude fase zoeken we samen met organisaties zoals het KNMI naar mogelijkheden om risico’s eerder te zien toenemen en vervolgens te delen met al onze partners. Bij hitte en langdurige droogte zie je bijvoorbeeld automatisch dat de kans op bosbranden toeneemt. In de warme fase zorgt deze manier van werken ervoor dat je sneller een compleet beeld hebt.”
Hoe werkt dit precies?
“We hebben een dynamisch multibeeld gecreëerd. Dit betekent dat we een digital twin hebben gemaakt voor heel Nederland. In dit multibeeld hebben we kaartlagen die automatisch verversen, waardoor je naar een veiligheidsbeeld van Nederland kijkt. De volgende fase is dat dit systeem automatisch gaat allerteren als ergens bijzonderheden zijn.
'We hebben een dynamisch multibeeld gecreëerd'
Ook zijn we veel meer een onderdeel van de community geworden. LOCC-KCR2 wordt gevoed met de informatie uit de regio’s en uit het Rijk. We spelen een actieve rol in het samenbrengen van die informatie.”
Wat levert dat concreet op?
“Dat we een heel gebied in kaart kunnen brengen. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan bij de NAVO-top. Je ziet daardoor beter waar zaken samenkomen die in combinatie tot een risicovolle situatie kunnen leiden. Ook kun je de data beter met elkaar combineren. Bij grote bosbranden is het bijvoorbeeld interessant om te zien hoe treinverkeer verderop gevaar kan lopen, terwijl dat in een andere regio is.
Rond informatiemanagement zitten we nu in een tijd waarin 1000 bloemen bloeien. We zijn veel aan het experimenteren en dat is hartstikke goed. De volgende stap is dat we met deze manier van werken het verschil gaan maken in de operatie.”
Jullie meerwaarde zit ook in de coördinatie. Hoe is dat opgebouwd?
“Bij grote complexe crises is een goede coördinatie cruciaal. We hebben hier drie crisisstructuren voor bedacht. De eerste structuur is het landelijk coördinatieteam (LCT). Deze structuur wordt geactiveerd om bij een grote calamiteit de basistaken van het LOCC-KCR2 over te nemen.
Het team coördineert dan het landelijk beeld en de verbinding tussen alle partijen en de bijstand. Het bestaat onder andere uit een teamleider, een informatiemanager en een scenariospecialist. Zij zorgen ervoor dat we een scherp beeld krijgen van de situatie en dat de bijstand gecoördineerd wordt. Dit team wordt bijvoorbeeld geactiveerd bij grote natuurbranden. Er is dan veel bijstand nodig. Een goed beeld zorgt ervoor dat de bijstand zo effectief mogelijk ingezet kan worden.
'Een goede coördinatie is cruciaal'
De tweede structuur is een landelijk operationeel team (LOT). Dit team wordt geactiveerd als er behoefte is aan operationele sturing. We hebben zelf niet de bevoegdheid om het LOT te activeren. Het LOT voert taken uit die verder gaan dan de basistaken van LOCC-KCR2. Hier moet een opdracht voor komen vanuit het bevoegd gezag van een aantal veiligheidsregio’s of de minister.”
In het verleden zijn er vaker crisisstructuren opgezet die vergelijkbaar zijn met zo’n LOT. Een voorbeeld daarvan is het Knooppunt Coördinatie Informatie Oekraïne (KCIO), dat opgezet werd na de inval van Rusland in Oekraïne. Wat hebben jullie verbeterd, waardoor dit in de toekomst soepeler verloopt?
“We zijn voorbereid. Dus we hebben procedures waarin omschreven staat hoe we zo’n structuur kunnen opzetten, en er zijn mensen die opgeroepen kunnen worden. KCIO volgde op het Landelijk Operationeel Team Corona, het LOT-C. Beiden werden ad hoc opgezet. Bij een nieuwe crisis weten we wat we moeten doen, en staan er mensen klaar om dit op te pakken. We kunnen daardoor sneller, gemakkelijker en beter opschalen.
Ook de koude fase is nu beter geregeld. We hebben elke week een weekstart met alle veiligheidsregio’s. We bespreken dan de thema’s die actueel zijn, zoals het weer, dierziektes etc. Dit zorgt er niet alleen voor dat we altijd op de hoogte zijn van de risico’s in de verschillende regio’s. Het zorgt ook voor verbinding. Make friends before you need them.”
Wat is die derde structuur?
“Dat is een landelijk projectteam (LPT) dat opgeschaald wordt bij een langdurige crisis. In de volksmond is dit een multitafel gaan heten.
In dit projectteam zitten vertegenwoordigers van verschillende kolommen die op landelijk niveau samen het beeld bepalen en acties uitzetten in hun eigen kolom. Dit projectteam is nog in ontwikkeling.”
Een andere ontwikkeling is dat LOCC-KCR2 een zelfstandige organisatie wordt. Kun je daar meer over vertellen?
“Jazeker. Het LOCC is altijd een onderdeel van het ministerie geweest. Zij betaalden de kosten. Dat betekende ook dat het LOCC door het Rijk werd aangestuurd en dat daar vooral de informatie vandaan kwam. Het LOCC had zelf geen medewerkers in dienst. Alle medewerkers werkten voor andere organisaties en werden voor 4 jaar gedetacheerd aan het LOCC. Dat betekende dat je eens in de 4 jaar een geheel nieuw team had.
'LOCC-KCR2 wordt een zelfstandige organisatie'
Dit gaat veranderen. LOCC-KCR2 wordt een zelfstandige organisatie met 38 formatieplaatsen en 10 gedetacheerde kolomvertegenwoordigers. Dat betekent dat je kennis kunt opbouwen in je eigen team en dat je die kennis ook kunt vasthouden. Zo kan LOCC-KCR2 de veiligheidsregio’s en het Rijk nog beter bedienen.”
De kwartiermakersfase van het LOCC en KCR2 is voorbij. Er breekt nu een implementatiefase aan waarin de organisatie daadwerkelijk wordt ingericht. Waarom heb je besloten om juist nu te stoppen?
“Ik vond de functie van hoofd LOCC en kwartiermaker KCR2 best intensief. Je moet ervoor zorgen dat alles intern en extern goed verloopt en je staat 24/7 aan. Ik wist dat ik dit niet nog 4 of 5 jaar wilde doen.
De overgang naar de volgende fase is een logisch en natuurlijk moment om te stoppen. LOCC-KCR2 gaat uit 38 formatieplaatsen bestaan. Er moeten dus 38 mensen aangesteld worden. Dit kun je maar één keer goed doen. Het is verstandig dat dit gedaan wordt door mijn opvolger, omdat zij de komende jaren samen met hen gaat bouwen aan een stevige organisatie.”
Sabine Veenstra neemt op 15 oktober het stokje van jou over. Wat zou je haar, vanuit jouw eigen ervaring, willen meegeven?
“In de eerste plaats: Sabine is een fantastische vakvrouw. Ik ben er voor 100% van overtuigd dat zij de juiste persoon is om LOCC-KCR2 verder uit te bouwen.
Vanuit mijn eigen ervaring zou ik willen zeggen: blijf je focussen op de meerwaarde, wees flexibel en vooral: geniet ervan! Het is een gave plek waar alles samenkomt. Het is uniek om van hieruit een beweging op gang te brengen.”
Tot slot, wat waren de afgelopen 3 jaar de hoogtepunten waar je met de meeste voldoening op terugkijkt?
“De eerste weekbriefing en de eerste operationele call die vanzelf gingen. In het begin was het best ingewikkeld om de veiligheidsregio’s uit het hele land bij elkaar te krijgen. Nu is dat een vanzelfsprekendheid geworden.
En de natuurbranden in Ede. Dit was onze eerste systeemtest. We hebben toen met Brandweer Nederland het eveneens net bedachte Landelijk Actiecentrum Natuurbrandbestrijding geactiveerd. Iedereen kwam in de benen en had een mindset van: ‘We gaan dit gewoon doen’. Dan zie je pas echt wat je hebt opgebouwd.
De hoogtepunten waren ook alle momenten waarin we samen de schouders eronder hebben gezet. We hebben fors geïnvesteerd in een goede dynamiek. Het is genieten als je merkt dat het werkt.”